50 mijl hardlopen
Het is maandag 15 november, de derde dag van mijn 1.000 kilometer hardlopen in 30 dagen-uitdaging, als ik al vroeg aan de koffie zit. Het plan voor vandaag was om zo’n 40 kilometer te gaan hardlopen. Als ik de route bekijk zie ik de mogelijkheid om een mooie ronde te maken. Deze is echter de dubbele afstand dan wat ik van plan was. Ik voel even aan mijn benen en denk: “waarom ook niet?”. Ik ga het proberen. Mijn eerste 50 mijl hardlopen!
Ik neem nog een bak koffie en vul mijn runningvest met een regenjack, sportdrank en wat repen en gelletjes. De temperatuur ligt vandaag tussen de acht en de tien graden, dus een korte broek en shirt volstaan. Compressiesokken zorgen ervoor dat mijn kuiten warm blijven en niet gaan ‘dansen’ tijdens de dag.
Schoeisel
De route die ik ga lopen is afwisselend in zijn ondergrond. Asfalt, grasland, bospaden, klinkers, mul zand en modder. Welke schoenen ga je dan dragen? Ik heb een vijftal paar schoenen. Trailschoenen voor modderige ondergronden, trailschoenen die je ook op de weg kunt gebruiken, en hardloopschoenen voor op de weg. Echte asfaltvreters.
Gezien ongeveer de helft van de route verhard zal zijn, kies ik ervoor om mijn wegschoenen te gaan dragen. Ja, ze hebben minder profiel en dat zal in de modder en het mulle zand wat lastiger zijn, en de kans op uitglijden groter maken. Maar op de rest van de ondergronden zullen ze prima gaan voldoen.
Here we go
Ik sta al bij de voordeur als ik me bedenk dat het GPX-bestand van de route nog niet is geüpload naar mijn horloge. Prima voorbereiding weer Geert. Ach, het past bij me. Ik upload het bestand en trek de deur achter me dicht. Laat de run maar beginnen.
Het is een graad of acht, bewolkt en er is een lichte nevel. Heerlijk herfstweer met veel zuurstof in de lucht. Ik ben meteen in mijn element. Het is druk op de weg. Maandagochtendspits. Dit geeft een extra goed gevoel. Daar waar iedereen zich naar zijn werk haast, kan ik gewoon een stukje gaan rennen. Het heeft zo zijn voordelen als je jezelf een jaartje cadeau doet.
Na een kilometer of twee kom ik op de route die ik heb gepland. Het is de helft van de Walk of Wisdom. Een wandelroute door het Rijk van Nijmegen. Ik zal vandaag het deel ten Westen van Nijmegen gaan lopen.
Bos en heidevelden
Na de brug bij Malden kom ik snel aan bij de Hatertse Vennen. Een prachtig gebied met bossen, heidevelden en vennen. Geen mens te bekennen als ik door dit gebied ren. Het tempo is steady en ik voel me relaxed. Neuriënd in mijn hoofd, ik draag geen muziek bij me, geniet ik van de natuur om me heen. De herfst, deze tijd van het jaar, is heerlijk. Mooie kleuren en heerlijke geuren. Het is volop genieten. Ik heb eigenlijk niet eens in de gaten dat ik met een fysieke inspanning bezig ben.
Via Nederasselt, de brug bij Grave kom ik door de vestingstad Grave. Daar is leven. Ik loop er snel doorheen om me vervolgens te begeven tussen de weilanden. De modder vliegt in het rond en ik moet goed opletten om niet uit te glijden. De wind neemt iets toe en het voelt wat guur aan. “Zal ik een regenjack aantrekken?” overleg ik met mezelf. Ik stel het uit. Lopen in zo’n jack is toch minder fijn.
Rivieren, bossen en natte voeten
De route loopt verder langs de oude Maas en de Maas die ik bij Ravenstein oversteek naar Niftrik. Op naar Wijchen. Dit is een stuk met veel asfalt. Lekker. Even makkelijk lopen in een vast ritme zonder op te hoeven letten dat je niet uitglijdt in de modder of achter een boomwortel blijft hangen. Als snel ben ik in Leur en loop via het Leurse Bos naar het Hernense Bos. Na Hernen kom ik in een stuk ondergelopen weiland. En nee, ik kan er niet omheen. Helaas.
Hoewel; helaas? Als ik met mijn warme voeten in het koude water stap geeft dit een heerlijk ontspannen gevoel. Na zo’n vijftig kilometer rennen is dit een welkome verfrissing.
Via Bergharen, Afferden kom ik in Deest. Een route over dijken met weilanden, koeien en schapen. Hier maakt de wind en het ontbreken van beschutting in de vorm van bomen het een frisse bedoening.
Dipje
In het stuk na Deest heb ik het even zwaar. Zo tussen de 63 en de 65 kilometer vindt mijn lijf het even niet meer zo leuk. 50 mijl hardlopen. Daar waar ik tot dan het gevoel had dat het als vanzelf ging was dat nu wel even anders. Het waren twee hele lange kilometers zullen we maar zeggen. Mijn hoofd wilde niet meer en in mijn lijf ging alles protesteren. Van mijn grote teen tot mijn kruin werd er geschreeuwd: “Nu is het wel genoeg Geert. Wij vinden het niet meer leuk”.
“Dat kunnen jullie nu wel vinden lief lijf en hoofd, maar we gaan toch door! Ik bepaal hier hoe dit gaat aflopen en niet jullie”. Dat hielp. Soms moet je streng zijn. Ik kwam langzaam weer in de flow waar ik al de gehele weg in zat en kreeg weer energie.
Uiterwaarden langs de Waal
Langs de Waal loop ik door de uiterwaarden. Links de Waal en rechts prachtige graslanden, bomen en bosjes. Een heerlijk gebied om doorheen te lopen. Over modderige singletracks en grasland. Omringd door vogels en paarden. Heerlijk weer even na het asfalt van de dijken.
Na de Ewijkse Plaat en de Beuningse uiterwaarden kom ik weer op de dijk richting Weurt. Na de sluis van Weurt komt het ineens bij me binnen. Nog een kilometer of vijf en ik heb mijn eerste 50 mijl geheel solo en zelfvoorzienend gelopen.
Euforie
En daar is hij dan, de Runner’s High. De endorfine komt los. En hoe. De laatste kilometers zweef ik over de weg. De endorfinestoot is enorm en lijkt wel op te bouwen. Wat een fantastisch gevoel is dit toch. Ik ben euforisch!
Het is me gelukt. 50 mijl hardlopen aan een stuk en in een steady tempo. Na 80,8 kilometer sta ik weer bij de voordeur. Met een gemiddelde van 5 minuut 56 per kilometer ben ik op deze afstand erg tevreden. Zeker gezien ik de dagen ervoor al de nodige kilometers had gemaakt, met hierin de nodige hoogtemeters.
Ik doe de voordeur open en de vermoeidheid neemt mijn lichaam over. Precies op het juiste moment. What a rush.