Ter voorbereiding op mijn GR11-avontuur in september van dit jaar heb ik een groot deel – ruim 630 kilometer met 37.500 hoogtemeters in 19 loopdagen – van de GR10 trail door de Franse Pyreneeën gebruikt om mijzelf hiervoor klaar te stomen. Laat mij je meenemen over de paadjes van deze prachtige groene beleving en misschien wordt de GR10 straks wel jouw volgende avontuur.
De GR10 trail door de Franse Pyreneeën
Eerst even wat informatie vooraf. De GR10 is een langeafstandswandelroute die de Franse Pyreneeën doorkruist van Hendaye aan de Atlantische kust tot Banyuls-sur-Mer aan de Middellandse Zee. Uiteraard kun je deze trail ook omgekeerd lopen. De trail is bijna 900 kilometer lang, kent 42 etappes en zo’n 51.000 hoogtemeters aldus de website van travesiapirenaica.com. Deze Grande Randonnée (GR) kent afwisselende landschappen als bossen, bergweiden, rotsvelden, dichtbegroeide bergwanden en prachtige besteende pieken. Je komt langs pittoreske dorpjes, bemande en onbemande berghutten, ziet schitterende verzichten, loopt deels over technische paadjes en overbrugt de nodige hoogteverschillen die een aanzienlijke fysieke inspanning en scherpte vereisen. De route is over het algemeen goed gemarkeerd maar blijf scherp. Een markering missen is zo gebeurd en betekent direct extra kilometers en dus energie.
Naar het oosten of het westen
De route kun je, zoals eerder genoemd, in twee richtingen lopen. De markeringen staan in beide richtingen. Het is een persoonlijke afweging. Ik loop op de GR10 richting het oosten omdat ik dit straks op de GR11 ook ga doen. In de ochtend richting de zon en in de middag de zon in mijn rug vind ik wel zo prettig. Vraag me niet waarom, het is iets gevoelsmatigs.
De paadjes van de GR10
Deze route aan de Franse kant van de Pyreneeën kent diverse typen paadjes. Makkelijk begaanbare bospaden bedekt met bladeren, boomwortels en her en der een kei. Paden van rotsen zo groot of vaak nog groter als skippyballen waarbij je van de ene op de andere moet stappen of springen om verder te komen. Maar ook technische trails met keien en losliggende leistenen, paadjes door dichtbegroeide hellingen van varens of graslanden met moerassige ondergronden. Op de GR10 trail vind je het er allemaal en hoofdzakelijk in een beklimming of afdaling. Nagenoeg niets is er echt vlak. Zelfs de geasfalteerde of verharde wegen zijn zelden vlak. Helaas zijn die er op de GR10 veel te veel naar mijn smaak. Voor mij is dit wel een minpuntje van deze verder prachtige trail.
Wit-rode markeringen
De GR10 is aangegeven met wit-rode markeringen met wanneer nodig een verticale streep aan de onderzijde om aan te geven of je links of rechtsaf moet slaan. Deze markeringen zijn geschilderd op bomen, rotsen, houten paaltjes, stickers op lantarenpalen en op delen zijn het aluminium bordjes in dezelfde aanduiding.
Om afstanden en benamingen aan te geven wordt gebruik gemaakt van gele pijlborden, ronde gele plakkaten of houten beschilderde wegbewijzing.
Naast de markeringen en borden zijn er ook routebeschrijvingen, kaarten en websites met informatie. Loop je met navigatie dan zijn er tal van .gpx bestanden te downloaden op diverse websites. Op de ‘standaard’ route zijn een aantal varianten die de ‘standaard’ route inkorten of je een alternatief geven. Ook dit kun je online of in de routeboekjes terugvinden.
Tijdens mijn trip heb ik alleen gelopen op de markeringen en borden onderweg. Verder had ik geen toegang tot andere informatie. Ik wist dus niet wat er komen ging. Bewust. Dit maakt het nog avontuurlijker. Kwam ik aan het dolen? Zeker, een paar keer. Op hoogte in de wolken met weinig tot geen zicht. Dan mis je nog wel eens een markering.
Beste seizoen om de GR10 te beleven
Dit jaar is er extreem veel sneeuw gevallen in de Pyreneeën. Dit was vijf à zes jaar geleden voor het laatst en ook nog eens laat in het seizoen. Dit heeft ervoor gezorgd dat het belopen van deze trail laat op gang is gekomen. Tot in de eerste weken van juli was op delen van de trail nog sneeuw te vinden.
Juli en augustus zijn de maanden waarvan je weet dat alles open is en de trail over het algemeen vrij. Nadeel van deze periode; iedereen gaat en dan is het dus druk op deze populaire route. Druk met GR10 hikers maar bij de bekende bergen ook met dagjesmensen die zich aan een deel van de beklimming wagen. Het andere nadeel is dat het in deze maanden extreem heet kan worden.
Zelf ben ik meer van het voor- en naseizoen. En dan vooral het voorjaar als alles in bloei komt en nog prachtig groen is. Dan is het een heel stuk rustiger – lees: er is bijna niemand – en loop je grote delen van de route alleen in de vaak nog ongerepte natuur van de Pyreneeën. Ik houd daarvan.
De GR10 in de winter lopen zou natuurlijk ook kunnen. Hiervoor zul je dan wel geschikte gear nodig hebben en ervaring met lopen in de bergen tijdens winterse omstandigheden. Dit is slechts voor een enkeling weggelegd. Mij zul je er in de winter niet vinden en ik zal het ook niemand aanraden.
Overnachten
Bemande en onbemande berghutten, hotels, campings, b&b‘s, gites. Het is er allemaal en er zijn er genoeg. Uitzondering hierop is Parc naturel régional des Pyrénées Ariégeoises. Hier zijn beperkte mogelijkheden, zowel voor overnachten als plekken om aan voedsel te komen.
In het hoogseizoen zijn overnachtingplekken vaak al maanden van tevoren volgeboekt. Veel mensen plannen alles in het voren. Houd hier dus rekening mee.
Zelf heb ik hoofdzakelijk gebruik gemaakt van mijn tent. Dan ben ik onafhankelijk en voedt het mijn avontuurlijke drang. Ik plan niet en laat me graag verrassen. Op campings maar nog meer in het wild of op aangewezen bivakplekken. Vaak is wildkamperen voor één nacht toegestaan of wordt het gedoogd onder bepaalde voorwaarden die per land kunnen verschillen. Wat altijd geldt en wat in mijn ogen niet meer dan logisch is: ‘leave no trace’. Waarbij ik zou willen aanvullen, gedraag je als gast van de Natuur en haar bewoners. Het is hun leefgebied.
Water op de GR10 trail
Water in de Franse Pyreneeën is er in overvloed. Heerlijk koel vanuit een stromende rivier of bergwatertje. Zo ook op de GR10 trail. Zelf drink ik dit bergwater ongefilterd. Mijn lijf weet niet beter en het scheelt tijd en gewicht. Geen filtersysteem of zuiveringstabletten extra in mijn rugzak.
Uitzonderingen op het drinken van deze natuurbronnen zijn als er koeien in de buurt zijn of er in de nabijheid een overleden dier bij of in het water ligt. Dan pas zelfs ik.
Noot aan de lezer: dit werkt voor mij. Hoe dit voor jou is zul je moeten ondervinden. Zeker als je dit maar een paar weken per jaar doet is het gebruik van een vorm van zuivering aan te raden.
De Franse keuken
De Fransen zijn gek op eten en dat is langs de route goed te merken. Hun keuken is wereldberoemd en ook in de bergen kun je voortreffelijk en op veel plekken aan de route eten, de eerder genoemde uitzondering daargelaten.
Zelf neem ik nooit kookgerei mee op mijn avonturen. Het scheelt gewicht en daarbij komt dat ik geen kok ben. Ik maak dan ook graag gebruik van de lokale keukenhelden. Als noodpakket heb ik altijd wat energierepen, noten en snelle suikers in mijn rugzak.
Tip; vraag aan een local waar hij of zij zou gaan eten met vrienden of familie. Dan kom je vaak op de meest waanzinnige plekken. Je moet er dan wel tegen kunnen dat je over het algemeen de enige toerist ben.
Kook je toch liever zelf dan kom je door voldoende dorpjes en steden waar je alles kunt krijgen dat je nodig hebt. Je hoeft op de GR10 trail beslist niet voor vijf dagen eten met je mee te zeulen. Tenzij je natuurlijk in training bent om muilezel te worden.
Die enorme rugzak
Ja, die rugzak. Jouw trouwe en onmisbare metgezel tijdens jouw GR10 avontuur. Hoe groter hoe beter lijkt het wel. Ik heb ze met bosjes zien lopen. Of eigenlijk, zien zeulen. Hikers met veel te grote rugzakken. Zestig, zeventig en soms tachtig liter. Volledig volgepropt en dan bungelt er aan de buitenzijde vaak nog een matje en tent aan. Waarom doen mensen zichzelf dit aan vraag ik me elke keer weer af. Less is more. Zeker als je het door de bergen op je rug moet dragen.
Ik val dan ook op met mijn running-pack van 30 liter die maar gevuld is tot 23 liter en waar er niets aan de buitenkant bungelt. Waar ik mij elke keer weer verbaas over die immense rugzakken verbaast elke hiker die ik tegenkom zich over mijn ‘kleine’ pack. Daarbij denken de meesten in eerste instantie dat ik een day-hiker ben, en zijn dus nog meer verbaasd als ik vertel wat ik aan het doen ben.
Natuurlijk moet je dit ook zelf ondervinden. Ik ga voor minimalisme en weinig gewicht. Dat betekent dat je weinig comfort hebt en dagenlang in dezelfde kleding loopt. Ik ga daar goed op en kan zo langere afstanden overbruggen met dezelfde moeite.
Vergezichten. De beloning na elke beklimming
Zijn in de natuur. Rivieren, watertjes, graslanden, donkere bossen, steile beklimmingen en afdalingen zijn een heerlijkheid. Maar vooral die beloning na een lange steile klim; fantastische vergezichten over de bergtoppen en valleien die je nog mag gaan trotseren. En als je je omdraait kun je terugkijken naar wat je al hebt overwonnen. Elke keer is dit weer genieten, een cadeautje van Moeder Natuur. Het is bijzonder, belonend, een plek om te mijmeren en voed je gevoel van vrijheid.