De oceaan ruist in gedachten achter me. De geur van zout en wier hangt zwaar in de lucht. Voor me kronkelt de Camino del Norte langs de kliffen, een pad dat pelgrims al eeuwenlang naar Santiago de Compostela leidt. Maar dit is geen gewone pelgrimstocht. Dit is een FKT Camino del Norte-avontuur. Een race tegen de tijd.
Ik loop om een verhaal te vertellen
Op zondag 30 maart zet ik mijn eerste stap in Irun, het beginpunt van deze historische route langs de ruige noordkust van Spanje. Mijn doel is helder: de Fastest Known Time (FKT) Self-supported style verbeteren. De huidige recordtijd – 15 dagen en iets meer dan 3 uur – is scherp, maar records bestaan om gebroken te worden.
Ik sta hier niet alleen om een tijd neer te zetten. Ik loop om een verhaal te vertellen. Een verhaal over doorzetten, over grenzen verleggen, over de kracht van beweging. En ik loop voor hen die dat niet altijd meer vanzelfsprekend kunnen: mensen met de ziekte van Parkinson.

De Camino del Norte – een pad voor strijders
De Camino del Norte is geen makkelijke weg. Het is een route van ongeveer 844 kilometer lang en met zo’n 19.000 meters hoogteverschil die de pelgrim uitdaagt met onvoorspelbaar weer, die venijnige hoogtemeters en eindeloze eenzaamheid. Het pad volgt de ruige Baskische kust, waar de Atlantische Oceaan in al haar woeste glorie tegen de rotsen beukt. De weg slingert door de groene heuvels van Cantabrië, waar mistflarden als spookbeelden over de paden kruipen. Galicië is een strijd op zichzelf: steile klimmen, modderige wegen en regen die dagenlang kan aanhouden.
Eeuwen geleden kozen pelgrims deze route als een veiliger alternatief voor de Camino Francés, die blootstond aan Moorse invallen. Maar wat ze ervoor terugkregen, was geen gemakkelijke reis. De Camino del Norte is ruig, eenzaam en fysiek veeleisend. Dit is de weg van de doorzetters, de koppigen, de strijders.
Nu, in 2025, voeg ik mijn eigen strijd toe aan die lange geschiedenis. Mijn FKT Camino del Norte-avontuur.
FKT – De balans tussen snelheid en volhouden
Een Fastest Known Time lopen op een route als deze vraagt om een andere mentaliteit dan een traditionele pelgrimstocht. Er is geen tijd voor lange pauzes, geen moment om op adem te komen in een gezellig café met anderen. Elke minuut telt.
Ik loop deze FKT Camino del Norte poging self-supported style, wat betekent dat ik tijdens mijn poging géén georganiseerde hulp krijg. Alles wat ik nodig heb, draag ik zelf of organiseer ik onderweg. Dit is een constant balanceren tussen licht reizen, plannen en genoeg meenemen om de kou van de vroege ochtenden en de vermoeidheid van lange dagen te trotseren.
Gemiddeld moet ik meer dan 56 kilometer per dag afleggen om sneller te zijn dan het huidige record. Dat betekent actief zijn tijdens daglicht en mogelijk nog daarna in deze periode van het jaar. Afgewisseld met korte nachten van rust en herstel. Elke stap moet doordacht zijn. Te snel starten is fataal, te langzaam betekent falen.

De lessen van eerdere FKT’s en pogingen daartoe
Dit is niet mijn eerste poging om een record te breken of te vestigen. Tijdens mijn Quest Trail naar het ‘einde van de wereld’ heb ik mezelf keer op keer getest. In Luxemburg vestigde ik een FKT op de Camino en ook op de GR703 – de route van Jeanne d’Arc – was ik sneller dan wie dan ook voor mij.
Maar ik ken ook de andere kant van de medaille. De GR11, die me dwars door de Pyreneeën zou voeren, was een beproeving die ik niet voltooide zoals gehoopt. De bergen braken me. Het weer, de hoogtemeters, de uitputting. Op sommige dagen leek de route een gevecht tegen de natuur zelf. Maar falen is geen einde. Het is een brug naar een nieuwe poging.
Die ervaring neem ik nu mee. Elke beproeving leert me meer over wat mogelijk is.
Voor hen die niet kunnen rennen
Deze poging is persoonlijk, maar niet alleen voor mij. Ik loop om aandacht te vragen voor de ziekte van Parkinson.
Parkinson is een slopende ziekte. Beweging wordt steeds moeilijker. De controle over eigen lichaam en geest verdwijnt langzaam. Maar wat steeds opnieuw blijkt, is dat blijven bewegen een krachtig wapen is tegen de aftakeling. Fietsen, wandelen, stappen blijven zetten. Het helpt om de ziekte te vertragen.
Mijn tocht is een ode aan die beweging. Voor de mensen die vechten tegen hun eigen lichaam. Voor hen die zich elke dag opnieuw moeten dwingen om niet stil te vallen.
Als ik op de paden van de Camino del Norte de pijn voel opkomen, als vermoeidheid, kou en regen me naar de grond proberen te duwen dan herinner ik mezelf daaraan. Elke stap die ik zet, is een stap die zij misschien niet meer kunnen zetten.
Met de juiste steun op pad
Een avontuur als dit doe je nooit alleen. Ik mag dan self-supported lopen maar zonder de juiste uitrusting en steun zou deze uitdaging onmogelijk zijn.


Mijn professionele outdoor-partners Rab en MERRELL staan achter me. Rab voorziet me van kleding en uitrusting die me beschermt tegen de elementen. Wind en regen die onvermijdelijk zullen komen. MERRELL zorgt ervoor dat ik schoenen heb die elke kilometer aankunnen, ongeacht de ondergrond en omstandigheden.
Zonder hun support zou deze poging een stuk zwaarder zijn. In een uitdaging waar elk detail telt, maakt de juiste uitrusting het verschil tussen falen en slagen.
De weg naar het onbekende
Op zondag 30 maart, als de eerste zonnestralen over de oceaan breken, begin ik. De eerste stap.
Voor me ligt een route vol onzekerheden. Het weer, mijn lichaam, de mentale strijd. Alles kan en zal op de proef worden gesteld. Ik weet niet wat ik ga tegenkomen. Maar ik weet één ding zeker: ik zal doorgaan.
De Camino del Norte is een weg voor strijders. Een pad van geschiedenis en pijn, van schoonheid en ontbering. Ik voeg mijn eigen verhaal toe aan die lange lijn van pelgrims, avonturiers en recordjagers.
15 dagen en 3 uur.
Dat is de tijd die moet sneuvelen.
En ik ben klaar om die strijd aan te gaan.
Ik… ik ren.