Punta Cap de Creus, het eindpunt van mijn GR11-avontuur en het meest oostelijke puntje van Spanje eindigt in een grot-overnachting. De laatste vijftien kilometer vanaf Port de la Selva vallen me zwaar. Nee, niet omdat ik moe ben of omdat het echt zwaar is. Nee, het valt me zwaar omdat het einde nabij is. Ik wil nog niet dat het over is.
Meest oostelijke punt
Bijna ben ik er. Het meest oostelijke punt van Spanje. Eerst nog even langs de meest oostelijke bar – die ik nog niet aandoe – en dan afdalen naar echt het laatste bereikbare punt. Helemaal alleen daal ik af, geen dagtoerist of andere GR11-hiker die mij volgt. Ik snap het niet, je stopt toch niet omdat er op een markeringsplateau staat ‘Cap de Creus’. Nee, je stopt als je echt niet meer verder kunt omdat het onverantwoord is of het alternatief is dat je in de zee verdwijnt.

Als ik er ben is er niemand om een foto van me te maken. Iedereen blijft boven. Echt iedereen. Zucht. Natuurlijk wil ik dit vastleggen, mijn finish, mijn eindpunt op de GR11. Gelukkig is zelfredzaamheid mij niet vreemd en ik regel de foto zelf.

Een toost en belletje
Na de ‘fotosessie’ is het weer op naar boven. Op naar een toost en een telefoontje. Mijn schoenen zijn inmiddels sliks geworden, oppassen dus. Gelukkig zijn er veel puntige scherpe rotsen en leistenen; ik heb grip en kom zonder kleerscheuren en wonden boven.
Boven wachten mij een biertje, patatas bravas en een belletje met een van mijn zakenpartners. Even bijkletsen en een volgend project delen. Je weet wel, dat avontuur van de buitencategorie. Het project wat alles van me zal vragen, zowel in de voorbereiding als de daadwerkelijke uitvoering. Het project dat ik nog even voor mijzelf houd tot het rond is.
Nadat ik ben bijgekomen van al het moois om me heen – het uitzicht hier is echt fenomenaal – is het tijd om een slaapplek te zoeken. De dichtstbijzijnde camping of andere overnachtingsplek is vijftien kilometer landinwaarts. Laat ik daar nu geen zin meer in hebben. Ik heb voor vandaag genoeg gelopen. Kamperen mag hier niet dus het vergt de nodige creativiteit van me. Gezien ik daar genoeg van heb komt het goed.
Zoeken naar een slaapplek
Op mijn route naar beneden kwam ik langs een inham in de rotsen, door de eeuwen heen uitgesleten door de zee. Ik heb deze snel weer gevonden als ik me realiseer dat dit wel erg dichtbij het deel is waar mensen zich nog wel wagen om te komen.
Een ander plekje zoeken is een beter plan. Na wat omzwervingen is daar de perfecte grot: afgelegen, lastig bereikbaar en op een paar meter afstand van een in de rotsen uitgesleten ‘ligstoel’ met uitzicht op zee. Op beide hangt een bordje: ‘gereserveerd voor de buitenspeelbaas’.
Over een uur is het donker dus ik besluit om me eerst te settelen in de ligstoel met een hapje en een drankje en te turen naar de zee.
Turen in de verte, de leegte, het oneindige niets heeft iets vredigs. Het maakt me kalm en ik verlies mezelf dan ook, zoals altijd op dit soort plekken, volledig in dit moment.

Grot-overnachting
Als de schemer invalt, en dat gaat snel hier, is het tijd voor actie. Gezien hier veel muggen zitten wil ik wel in de tent slapen. Het voorkomt dat ik morgenvroeg wakker word en volledig lekgeprikt ben.
De voor mij gereserveerde grot is net groot genoeg om mijn tent in op te zetten. Met hoofdlamp op en enige lenigheid van mijn kant – het past allemaal maar net – zet ik de tent op en richt ‘m slaapklaar in. Om me vervolgens weer snel naar mijn ligstoel te begeven en mijn artikel over ‘De helende werking van eenvoud’ te schrijven. Het zit al een paar dagen in mijn hoofd en dit is het moment om het eruit te laten.

Als mijn hoofd ‘leeg’ is en de vermoeidheid mijn lichaam overneemt kruip ik in mijn tent. Mijn eerste grot-overnachting staat te gebeuren. Hoe vet is dat! Voordat ik ga slapen nog even dit:
Als ik mijn ogen sluit ben ik zo vertrokken. Dromenland heeft duidelijk plannen met me.
Prachtige zonsopgang
In de vroege ochtend, nog voor de wekker en voordat de zon opkomt ben ik wakker. Na een heerlijke nacht op een bijzondere plek is het tijd om op te breken. Mijn grot-overnachting gaat zeker herhaald worden al is het zeer waarschijnlijk in een andere grot in een ander land.
Buiten waait het als een malle. Gelukkig is dat een stuk minder tussen de eeuwenoude muren van mijn onderkomen. Ik snap wel waarom mensen vroeger de veiligheid van grotten kozen.
Eenmaal ingepakt waag ik me buiten mijn veilige onderkomen en trotseer de wind om de zonsopgang te zien. Het is magisch. Gele, roze en rode kleuren komen langzaam boven de horizon uit. De zon komt uit het oneindige niets naar boven, wordt wakker en is klaar om de dag te verlichten en te verwarmen. Het is meer dan bijzonder om op deze plek, onder deze omstandigheden en me heel bewust van de reis die ik heb afgelegd om hier te komen, deze zonsopgang te mogen zien.
Het is een klein bijzonder cadeautje van moeder natuur maar met een grote impact op mijn zijn, mijn IK.

Meer lezen over dit GR11-avontuur?
Lees dan hieronder verder:
Dit en andere avonturen zijn natuurlijk ook te volgen op Insta, Strava en mijn blog. Via de media partners zal ook verslag gedaan zal worden van mijn avonturen. Wil je niets missen meld je dan aan voor blog-meldingen.