Het is vroeg in de ochtend als ik bij L’Albergo Ristorante “Melini” aan mijn ontbijt zit en door het raam naar buiten kijk. Regen, heel veel regen begroet mij deze ochtend. Als ik navraag doe is het antwoord: “Dat blijft de hele dag zo.” Even de twijfel, toch pak ik mijn spullen en ga. Het blijkt de juiste beslissing.
Bossen als in een film
Vanaf vertrek is het klimmen, steil klimmen. De singletracks met modder en gladde rotsen begroeten mij. De natte begroeiing daagt mijn regenbroek uit, ze lijkt te roepen “We krijgen je wel klein vandaag!” De regen komt met bakken uit de lucht, de kraan staat open en de waterdruk is maximaal. Even denk ik “Wat doe ik hier eigenlijk, ik had nog in een warm bed kunnen liggen!”
Als ik mijzelf naar boven sleep merk ik op dat de geuren van het bos anders zijn dan gisteren. De regen maakt het nog intenser. De mist, die met elke stap omhoog dichter lijkt te worden, is magisch. Ik begeef me in het decor van een magische film. Het doet mij denken aan de Lord of the Rings en de Hobbit.
Het belooft, ondanks de steile beklimming en de regen een prachtige dag te worden. Een dag waarop het smeltwater en de regen je in modderstromen tegemoetkomen en de singletracks extra uitdagend maken. Regelmatig glijd ik weg en weet ik mijzelf ternauwernood op de been te houden.
Als ik uit de bossen kom wacht mij een nieuwe verrassing; de wind.
Het spel met de wind
Op circa 1.800 meter bereik ik Lago Scaffaiolo. Het bergmeer zie ik door de dichte mist niet liggen. In tegenstelling tot gisteren werkt de navigatie op mijn horloge nu wel. Maar goed ook want de rood-witte markeringen van de Sentiero Italia zijn in de dichte mist nauwelijks te zien.
Het regent nog steeds en de opstekende wind maakt dat ik het koud krijg. Momenten als deze ben ik blij met mijn wind- en waterdichte jack van Cortazu. Een berghut geeft voor even veiligheid.
Als ik weer buiten kom is het nog harder gaan waaien. Het spel met de wind begint. Gelukkig loop ik nu nog over ‘goed’ begaanbare singletrack over een relatief goed begaanbare berghelling, niet wetende dat dit snel zal veranderen.
De eerste vijftien kilometer heb ik gehad als ik aan de tweede vijftien begin. Aan het eind daarvan hoop ik een douche en bed te vinden. Zo niet, dan kruip ik in mijn tent.
De tweede helft brengt mij naar nog grotere hoogte, niet alleen in de letterlijke hoogte. De wind heeft hier vrij spel, er zijn geen bomen meer. Boven de 1.800 meter groeit er hier alleen gras en af en toe een verdwaald bergbloemetje. De wind suist langs mijn capuchon, het word nu echt koud. Met zo nu en dan klapperende tanden vervolg ik de route. Eén ding weet ik zeker, als ik niet droog kan schuilen dan moet ik door. Het lijf moet blijven bewegen om niet onderkoeld te raken. Stap voor stap beweeg ik mijzelf in de de richting van de finish. Al weet ik nog niet waar deze zal zijn.
Leistenen afgrond
De wind heeft dus vrij spel en heeft mij in het vizier. Ik ben de enige die zich hier vandaag onder deze omstandigheden en op deze hoogte waagt. “Je bent van mij” zal hij gedacht hebben. Ik heb de nodige moeite mijzelf op de been te houden, zeker met de kilo’s die ik op mijn rug meedraag. Géén dagrugzakje maar volle bepakking, dat voel je. Ineens is daar een trilling van mijn horloge. Ik wijk schijnbaar af van de route. “Hoe dan, het andere pad is een steile helling naar beneden over losliggende leistenen”. Precies daar is waar ik moet afdalen om niet af wijken van mijn route.
Op handen en voeten, billenschuivend baan ik mijzelf een weg naar beneden. Het is spekglad, links en rechts van me kijk ik zo de afgrond in en de wind speelt nog steeds met me. Voordeel; ik heb het niet meer koud door de adrenaline die door mijn lijf giert…
Dan is daar de bevrijding van een relatief makkelijk beloopbaare bergkam. Althans voor even.
Klimmen en klauteren
De opgang naar het hoogste punt van vandaag begint met rotsen die nagenoeg verticaal omhoog rijzen. Combineer dat met de ijskoude wind die langs mij heen giert en je weet ongeveer hoe ik mij voel. “Door, je moet door” spreek ik tegen mijzelf. Dat is de enige manier om warm te blijven. Behendig klauter ik omhoog, een aap hoef je niet te leren klimmen. Deze aap of berggeit, geef het een naam, fixt het wel. Hoe spannend hij het ook vindt. Mijn hart klopt in mijn keel tijdens deze actie onder deze omstandigheden. Opgelucht ben ik dan ook als ik weer een ‘normale’ bergkam tref en tempo kan maken.
Verkleumd op zoek
Na te veel kilometers met nog veel meer teveel hoogtemeters onder deze omstandigheden kom ik aan in Abetone. Een toeristische plaats waar alles dicht lijkt. De skiliften staan stil, de sneeuw is nagenoeg weg en het zomerseizoen is nog niet begonnen. Ik heb een flashback naar een jaar geleden. Waarom zoek ik altijd dit soort periodes op? Ik probeer van alles, langs de deur en aanbellen, kloppen en per telefoon. Alles is hier gesloten. Dan spreek ik een Italiaanse aan, we spreken volledig langs elkaar heen. Zij kan geen Engels en ik echt veel te weinig Italiaans. We krijgen hulp van een tweede Italiaanse. Helaas, alles is hier de komende maand dicht. Ik dank de dames hartelijk en vervolg mijn weg, op zoek naar een plek om mijn tent op te zetten en mijn inmiddels verkleumde lijf in de slaapzak te hijsen.
Onverwacht
Dan stopt er een auto, het is een van de eerdere dames. Ze heeft rondgebeld en een B&B gevonden. Snel gooi ik mijn backpack achterin haar auto en stap zelf voorin. Als ik haar naar haar naam vraag zegt ze “Alessandra.” Het zal in de naam zitten, ze helpt me en ik ben haar dankbaar. De dag eindigt met een warme douche en een heerlijk bed.
Dit avontuur is natuurlijk ook weer te volgen op Insta, Strava, mijn blog en via de media partners waar ook verslag gedaan zal worden van mijn trip. Wil je niets missen meld je dan aan voor blog-meldingen.