Na de Camino del Norte ga ik naar Finisterre. Meteen bij binnenkomst voel ik de relaxte vibe die er hangt en besluit dan ook, ondanks het slechte weer, om een aantal dagen te blijven.
Einde van de wereld
Finisterre is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae, het einde van de wereld, daar waar de wereld dus ophoudt. Aldus de Romeinen, die dachten dat de westelijke wereld tot aan het einde van dit schiereiland reikte en niet verder.
Inmiddels weten we dat dit anders is. Er is geen einde. En toch, als je aan de kaap op de rotsen zit en over de zee het eindeloze inkijkt, bekruipt mij het gevoel van een einde. Van hier niet meer verder kunnen. Dit is rustgevend. Even staat de tijd voor mij stil. Even is er helemaal niets.
Dan komen er gedachten. Gedachten die verdwalen in het oneindige. Misschien voor mij wel het mooiste wat er is.
Rennen in de mist
Na twee weken lopen op de Camino del Norte is het weer tijd om te rennen. Mijn wond is genezen dus ik kan mezelf weer uitlaten. Weer buitenspelen en genieten van de trails.
Op het oosten na – de verbinding met het vasteland – is Finisterre ingesloten door de zee. Rotsen, bossen, weiden en strand domineren het landschap. Ideaal dus voor mij als trailrunner om mezelf te vermaken.
Magisch mysterieus
Door het nevelachtige weer, een stevige westenwind en veel mist is het landschap in de ochtend magisch mysterieus. Het is nog net schemer als ik vertrek.
De zee klotst tegen de rotsen als ik langs het zuidelijke deel van de kust van het schiereiland richting de kaap ren. Een prachtig ruig gezicht en fantastisch geluid. De zee laat weten dat ze wakker is en er zin in heeft.
Het is een zondag en ik ben op een enkeling na de enige die al buiten is. Ik vlieg over de paden onder me. Na de kaap duik ik de in mist gehulde bossen in om aan de noordelijke kant weer aan de kustlijn uit te komen. Hier een stuk strand.
In mijn nopjes
Inmiddels ben ik echt helemaal alleen. Het zand is zwaar om in te lopen maar het geluid en de reuk van de zee maken het meer dan goed. Met veel zuurstof in de lucht en nat tot op het bot ben ik helemaal in mijn nopjes. Bergop, met de zee nog steeds aan mijn linkerkant, loop ik over modderige paden vol keien, varens en berenklauw. Wat is het toch weer heerlijk om zonder beperkingen te kunnen rennen. Ik voel me sterk.
Dit gevoel en het natte mistige weer laten mijn gedachten gaan naar de Munro-missie. Ook daar zullen we veel mist, regen en mysterieuze momenten hebben.
Ik duik de bossen weer in en ren richting het begin van Finisterre. Nog even een stukje over de weg op snelheid vliegen om daarna onder een warme douche te stappen. Volgezogen met nieuwe energie geniet ik nog even na van deze run.