Het is januari, rond de 20 graden, strakblauwe luchten worden afgewisseld met wolkenvelden, zon, wind en het ruige buitenspeelgebied van Xàtiva. Een stadje zo’n 60 kilometer onder Valencia, Spanje. Ik ben aan het overwinteren en train voor mijn avontuur in juni. Ik neem je in dit artikel een stukje mee in deze prachtige ruige omgeving.
Wolken in mijn hoofd
De geluiden die via het openstaande raam mijn slaapkamer binnendringen zijn die van de stadsreiniging. Mannen en vrouwen die in alle vroegte de straten van Xàtiva schoonmaken. Ook ronkende voertuigen en het personeel van de bar aan de overkant van de straat dat zich gereedmaakt voor een nieuwe dag zorgen ervoor dat voor mij een nieuwe dag is aangebroken. Het is 6.45 uur. Mooie tijd.
Ik weet het nog 25 minuten te rekken maar dan geef ik het op. Met een slaperig hoofd loop ik naar de badkamer en doe wat nodig is. Wakker word ik er nog niet van. Mijn huisgenoot en amigo zit al vanaf zes uur een boek te lezen onder het genot van toast en een café con leche. Ik warm de overgebleven koffie op in de magnetron, settel me op de bank en drink met kleine slokjes. Heel langzaam verdwijnen de wolken in mijn hoofd. Ik sta aan. Schiet in mijn running-gear, vul mijn drinkfles, pak mijn poles en verlaat het appartement. Op mijn weg naar beneden groet ik de bouwvakkers die net zijn gearriveerd. Hier in Spanje begint het leven van een bouwvakker ergens tussen acht en half negen.
Stadse perikelen
Xàtiva is als elke andere stad in de ochtend. Van alle kanten komen er mensen, fietsers, auto’s, brommers… het is een drukte van belang. Verschil met Nederland; niemand lijkt hier haast te hebben. Gekleed in een zwarte korte broek, felblauwe schoenen, donkerblauw shirt met korte mouwen, een rood running rugzakje met mijn ploles eraan gebonden en met lang krullend grijsblond haar val ik op tussen de Spanjaarden. Priemende ogen kijken me van meerdere kanten aan. Ik heb goede zin. Heb een glimlach op mijn gezicht die er maar niet af wil en zeg iedereen gedag. “Hola buen día.”
Niets hier is vlak. Ook niet in het bebouwde gedeelte. Klimmen of dalen. Het is een zeldzaamheid als er een stukje vlak is. Als de drukte minder wordt start ik met hardlopen. Ik loop in de richting van het kruis van Xàtiva. Niet mijn doel voor vandaag maar daar is het eerste paadje en ben ik bekend met het gebied.
Ruige buitenspeelgebied
Inmiddels ben ik ruim een week in Xàtiva en heb al het nodige van de omgeving gezien. Ik begin markante punten in het landschap en paadjes te herkennen. Ben steeds meer vertouwd met de zeer technische ondergronden waardoor ik steeds meer oog heb voor mijn omgeving. Het ruige buitenspeelgebied hier is prachtig. Ik ben helemaal in mijn element.
Vandaag loop ik alleen. Géén amigo of andere lopers. Ik en mijn omgeving. Precies zoals het in juni ook zal zijn als ik de Spaanse Pyreneeën ga bedwingen.
Om op te warmen eerst maar eens naar het kasteel. Via onverharde paadjes slinger ik omhoog. Hier zijn de paadjes goed te belopen en onderhouden. Gestaag ga ik omhoog. Mijn beenspieren sputteren wat tegen. Ik ben wakker maar mijn gestel denkt daar anders over. Als ik bij de poorten van het kasteel aankom zijn deze nog gesloten. Ik draai om en passeer voor de tweede maal een dame met immense bladblazer die ze uitzet als ik passeer. Ik groet haar binnen een minuut twee keer en krijg een groet en lieve lach terug.
Viervoeter
De afdaling vanaf het kasteel is over asfalt. De enige manier om aan de andere kant te komen. Lekker even de beentjes laten gaan. Bijna beneden mag ik na een parkje te hebben doorkruist via beboste omgeving terug omhoog. Als ik aan de andere kant van de berg beland waar het kasteel op is gebouwd, word ik verblind door de zon. Verwarmd wordt mijn huid en alsof de kraan wordt opengezet gutst het zweet van mijn lijf. In de verte zie ik een man met hond. De hond loopt los en neemt een sprint als hij mij ziet. Dit is altijd zo’n moment van bedachtzaamheid. Iets wat iedere hardloper herkent. De hond blijkt niets kwaads in zich te hebben. Hij begroet me met gesnuffel en een natte neus en likkende tong tegen mijn bovenbeen. Ik groet de hond, zijn baas en ren door.
Het duurt niet lang en dan hoor ik duidelijk het geluid van een viervoeter achter me. De hond schiet langs me om zich vervolgens om te draaien en tegen me op te springen. Ik stuur hem terug naar zijn baas en ga verder. Dit herhaalt zich een aantal keer. Deze hond is geenszins van plan om terug te keren naar zijn baas. Wel om met mij mee te rennen.
Opgelucht
Het is een schattig en atletisch exemplaar dat duidelijk behoefte heeft aan beweging. Inmiddels zijn we ruim een kilometer verwijderd van waar ik zijn baas trof. Ik besluit terug te gaan met de hond naast me. Als we zijn baas vinden is deze duidelijk opgelucht. Hij kan géén Engels maar uit zijn woorden kan ik opmaken dat deze hond gek is op hardlopers. De man is slecht ter been en bedankt me voor het terugbrengen van zijn compaan. Als de hond is aangelijnd draai ik me om en vervolg mijn weg.
Handen en voeten
Aan het einde van de trail waarop ik mij nu bevind – het is een soort van vlak – gaat er een pad slingerend omhoog. Het heeft hier niet veel geregend en het pad waarop ik nu loop bestaat uit gravel, zand en keien. Het stof laat ik achter mijn hakken omhoog schieten als ik mijn weg omhoog vervolg.
Dan volgt er een driesprong. Of eigenlijk een tweesprong. Ik zie een derde pad. Een trail in wording zullen we maar zeggen. De rotsachtige ondergrond en de zichtbaar pittige klim naar de top trekken mijn aandacht. Ik ben moe maar kan het niet nalaten. Up I go.
Rennen is hier geen optie. Daar is het veel te steil voor. In ieder geval voor mij op dit moment. Lichtvoetig schiet ik omhoog. De wind is aangetrokken en suist langs mijn oren. De zon brandt nog steeds en ik voel de vitamine D mijn bloedbaan binnendringen. Helemaal alleen bevind ik me in deze prachtige natuur waar fantastische vergezichten het plaatje helemaal compleet maken. Eenmaal bij het hoogste punt, waarbij ik het laatste stuk ook mijn handen nodig heb, probeer ik via de bergkam het volgende punt te bereiken. Dat lukt. De harde wind belet me echter nog verder te gaan. Het zou in mijn eentje niet verantwoord zijn. Ik ga even achter een rotsblok uit de wind zitten en geniet van de omgeving. Door het heldere weer kan ik ver van me afkijken.
Ik daal af via ongeveer dezelfde route als die ik de heenweg heb genomen. Een andere optie is er niet. Ik vervolg mijn weg via het pad dat wel als zodanig is aangegeven om even verderop begroet te worden door puntige rotspartijen en een bochtig op en neer gaand paadje. I love it.
De stad
Als ik in de ‘buitenwijk’ van Xàtiva aankom zit ik met mijn hoofd nog op de paadjes, in ongerepte natuur en lijk ik de enige op deze aardkloot.
Een vrachtwagen in zijn achteruit maakt hier abrupt een einde aan door me bijna omver te rijden. Ik haal mijn schouders op en ren door. Mijn dag kan niet meer stuk. Het was weer heerlijk. Moe maar zeer voldaan neem ik een douche en beland aan een tafeltje op het terras van de bar aan de overkant van de straat. Dezelfde dame die vanmorgen de stoelen en tafels aan het klaarzetten was voor de dag lacht me lieflijk toe en vraagt wat ik wil drinken. Het leven kan zo eenvoudig simpel en mooi zijn.