Als je me volgt weet je inmiddels dat ik van alles meemaak op mijn tocht over de GR11. Ik ontmoet mooie mensen, doe aan wildkamperen, geniet volop en er gebeurt van alles. Zo ook de afgelopen dagen waar twee steenbokken – welke moeflons blijken te zijn – me een intens mooi moment geven, shit overal is, cola een zoveelste geluksmomentje is en er in 2024 weer mooie dingen staan te gebeuren.
Steenbokken
Het is vroeg als ik vertrek vanuit het Núria-dal. Mijn nacht was onrustig en mijn luchtbedje inmiddels zo leeg dat ik op de grond lig. Het heeft al weken een minuscuul gaatje wat ik maar niet kan vinden en loopt dus gedurende de nacht leeg. Het is wat het is.
Voordeel van vroeg zijn is dat je, vanuit een dal, als eerste op de berg bent. De zon is dan nog achter de horizon gezien ik in de richting van het oosten loop, de berg en haar inwoners zijn nog in de veronderstelling dat ze alleen zijn. Met alleen bedoel ik zonder mensen.
Dan ineens is daar, bijna bij de top op zo’n 2.700 meter, een groep gemzen. Ik blijf staan maar ze hebben me al gezien en stuiven over de rotsen en leistenen ondergrond naar beneden bij mij vandaan. Het is een prachtig gezicht en ik geniet dan ook intens van dit mooie moment.
Moeflons
Als ik verder naar boven klim, richting diezelfde 2.700 meter, zie ik van een afstandje twee moeflons. Deze heb ik hier in de Spaanse Pyreneeën nog niet eerder gezien. Heel langzaam en zonder al te veel geluid te maken vervolg ik het pad naar boven in de richting van deze prachtige dieren. We zijn voor nu met zijn drieën op de westkant van deze berg. Dan kijken ze op en zien ze me. Ik sta stil en kijk. We kijken naar elkaar. Als ik in beweging kom doen zij dit ook, als ik stop stoppen zij ook. Het is magisch. Wat een prachtige dieren. Sterk, atletisch en met een prachtige vacht die glanst in de eerste zonnestralen.
Voor even lijkt mijn ademhaling te stoppen en neemt dit moment alles over. Ik geniet, voel dankbaarheid, geluk en vrijheid. Zo’n moment heb je niet vaak, zo uniek, zo intens. Het is een cadeautje.
Shit
Poep, wie schrijft er nu over poep?! Horse- en cowshit om precies te zijn. Dat bekt toch beter dan paarden- en koeienpoep. Of niet?
Na mijn wat teleurstellende trek door Andorra – op de laatste etappe na was het vooral saai en mij veel te toeristisch en vol met beton – ben ik nu aanbeland in shit-country. De afgelopen tien jaar is vooral het aantal koeien, op lager gelegen delen in de Spaanse Pyreneeën, enorm toegenomen.
Als ik het vanuit de vleesconsumptie van de Spanjaarden bekijk logisch. Ze eten belachelijk veel vlees. Als hiker en ongerepte natuurliefhebber denk ik daar zo het mijne van. Deze dieren vertrappen alles en schijten waar het ze uitkomt. De trails, maar ook het landschap gaat op deze manier in rap tempo achteruit.
Wildkamperen onder de 2.000 meter hoogte is verboden maar het vertrappen en beschijten van diezelfde natuur mag wel. Diverse natuurorganisaties, de Europese Unie en veel locale partijen delen de zorg over de hoeveelheid koeien, de achteruitgang van het landschap en de niet minderende vleesindustrie.
Zolang vlees als cultureel belangrijk gezien wordt zal dit niet snel veranderen. Jammer maar het is zo.
Gelukkig zie ik op de kaarten van restaurants hier in Spanje steeds meer vleesloze gerechten. Minder dan in Nederland maar ook hier is een begin gemaakt. Al lopen ze, naar mijn mening, zo’n tien jaar achter en is hun vleescultuur nog veel dieper geworteld dan bij ons. Kleine stapjes zal ik maar zeggen.
Cola
Als je in de zinderende hitte door de Spaanse Pyreneeën loopt is hydratatie van levensbelang. Gelukkig is er, ondanks dat er een hoop bronnen opgedroogd zijn, nog genoeg stromend bergwater op de GR11-trail. Je kunt dus met enige regelmaat vers water pakken, je gezicht wassen en je voeten even koelen.
Al dat water is lekker maar als je lang loopt met backpack, klimmend en dalend over vooral technische ondergronden verbruikt je veel energie. Ik ben normaal gesproken geen coladrinker. Als ik het in huis heb, heb ik het gekregen. Maar als je uren door de hitte hebt gelopen is er niets lekkerder dan een koude cola met ijsklontjes. Als er de gelegenheid is, en dat is lang niet elke dag, waag ik me dan ook aan zo’n ijskoude suikerbom.
Elke keer als ik dan een bar of restaurant inloop heb ik een glimlach op mijn gezicht, hoe moe ik ook ben. Degene die mij helpt neemt dit altijd over. Stemmingen zijn immers besmettelijk. “Hola buen día. Una Coca-Cola por favor.” Het uitspreken van dit zinnetje maakt mijn glimlach nog breder. Hij is nu niet ver weg meer, mijn cola.
Tafelgenoten
Buiten ga ik zitten aan een tafeltje in de schaduw. Het duurt niet lang of ik krijg gezelschap van vliegen. Niet zo gek want ik draag de geur van zweet met me mee. Mijn lijf plakt en ik smaak naar zout. Zweet, plak en zout van iemand die net de nodige kilometers, klim- en dalingsmeters heeft gemaakt. De lijfelijke omstandigheden van een backpacker in de hitte. Heerlijk voor vliegen.
Wanneer de cola op tafel komt komen ook de wespen en fruitvliegjes. Het is een drukte van belang, een gezellige bedoening. Als ik de cola inschenk doe ik dit met respect en eerbied, langzaam en met water in mijn mond. Als ik het glas hef en aan mijn mond zet laat ik de eerste slokken via mijn mond langzaam mijn slokdarm indalen. Ik voel het koude zwarte goud stromen. Zo voelt geluk op zo’n moment, mijn geluksmomentje. De vliegen, fruitvliegjes en wespen denken daar duidelijk anders over. Ze vechten om mijn flesje cola en glas. Het deert me niet, ik deel graag. Met z’n allen zijn we voor nu even gelukkig, heel gelukkig.
Avontuur van de buitencategorie
Gisteren heb ik besloten om in 2024, naast mijn Via-Alpina avontuur, ook terug te gaan naar de Spaanse Pyreneeën om iets heel bijzonders te doen. Bijzonder omdat ik mijzelf ver buiten mijn comfortzone ga brengen, zowel fysiek als mentaal heel diep zal gaan.
Een avontuur van de buitencategorie. Het zal alles van me vragen, zowel in de voorbereiding als de daadwerkelijke uitvoering. Wat het is houd ik nog even voor mijzelf. Maar ik beloof je dat als partners, sponsoren en andere zaken die geregeld moeten worden rond zijn ik me weer zal melden.
Ondertussen ga ik nog even verder op de GR11-trail, mijn avontuurlijke ik voeden. Nog zo’n zes dagen genieten en dan bereik ik Punta de Cap de Creus, het eindpunt van dit avontuur en zal ik vanaf daar verder gaan dolen door Spanje.
Dit avontuur is natuurlijk ook weer te volgen op Insta, Strava, mijn blog. Via de media partners zal ook verslag gedaan zal worden van mijn trip. Wil je niets missen meld je dan aan voor blog-meldingen.
Weer een fantastich beschreven verslag, luchtig en leest makkelijk.
Dank hiervoor.
Graag gedaan Salif! Fijne dag 🙂
Weer en mooi stuk van je tocht, Geert. Ik zag de gemzen, moeflons zo voor me. Je hebt ook weer een zgn. Cliffhanger ingebouwd, las ik. Ik ben benieuwd.
Oh ja nog bedankt voor de ultradun over de PCT door Karel Sabbe. Man wat gaat ie hard. Ik denk dat ie zijn eigen record wel zal verbreken.
Adios.
Jan
Dank voor je reactie Jan, leuk! En Karel gaat zeker zijn eigen record verbreken 🔥🔥