Hikend over het pad van de goden
De Via degli Dei, Godenweg, dankt zijn naam aan de talloze bergen die je onderweg tegenkomt, en die vernoemd zijn naar diverse goden. Zo heb je bijvoorbeeld de Monte Venere (vernoemd naar Venus, de godin van de schoonheid) en de Monte Adone (vernoemd naar de Griekse god Adonis). Ik liep drie dagen over delen van deze route en de diverse alternatieve lussen.
De Via degli Dei loopt dwars door de Apennijnen tussen Bologna en Florence. Een route dwars door de natuur. Over uitdagende paden, met pittige beklimmingen en prachtige uitzichten.
Mijn eerste meerdaagse hike
Voor mij is het hiken van een deel van de Via degli Dei een test. Een materiaaltest. Maar zeker ook om te kijken of hiken iets is wat bij mij past. En waarom dan niet meteen in de Apennijnen? Een prachtig gebied.
Een maandagochtend begin september. Vandaag is het zover. De start van een driedaagse hikingtrip. Backpack inpakken en gaan. Om goed te kunnen testen heb ik alles bij me om geheel zelfvoorzienend te kunnen zijn. Kleding, tent, mat, slaapzak, kookgerei, navigatiemateriaal, toiletspullen, eten, drinken en nog wat klein spul.
Alles in en aan de backpack. Dat ‘aan’ de backpack bevalt me niet, maar anders kan ik niet alles meenemen. Verder is het alles bij elkaar een heel gewicht. We gaan zien wat het gaat worden. Ik heb er zin in. Gaan!
Het is al 12 uur als ik vertrek vanuit mijn uitvalsbasis, een camping bij Passo della Futa. Ik loop de route richting het noorden zonder plan voor de afstand en overnachtingsplek. Omringd door prachtige natuur voel ik me als een vis in het water. Het weer is prachtig en de mensen die ik tegenkom, met name andere backpackers, zijn hartelijk en allemaal Italiaans. Mijn eerste dag eindigt in Monzuno. Na 25 kilometer met 843 hoogtemeters zet ik mijn tent op bij de lokale voetbalvereniging. Douchen, eten en naar bed. Moe maar voldaan ben ik zo vertrokken.
Vroeg weg
De volgende ochtend ben ik al bijtijds wakker. Spullen inpakken en gaan. Het is 8 uur als ik vertrek. Het past beter bij me om vroeg te vertrekken merk ik. Mijn schouderspieren en rug moeten duidelijk wennen aan het dragen van een backpack. Ze doen zeer. En dat gewicht. Dat moet echt anders de volgende keer. In mijn hoofd ben ik al lijstjes aan het maken van wat ik niet per se nodig denk te hebben.
Voor ik het weet ben ik in Sasso Marconi. Dat was niet helemaal de bedoeling. Ergens heb ik een markering gemist. Tijd voor een plan. Ik loop al een aantal kilometer door een veel mindere omgeving dan de eerste 26 kilometer van vandaag. Na een gesprek met een aantal Italiaanse backpackers besluit ik niet helemaal door te gaan naar Bologna. Het zou vlak zijn en veelal door een niet erg inspirerende omgeving over verharde wegen, aldus de Italianen die ik gesproken heb. Niets voor mij dus. Ik zoek de route weer op en pak een alternatieve lus weer richting het zuiden. Na 37,5 kilometer met 1.160 hoogtemeters eindigt de dinsdag net na de Monte del Frade.
Kamperen in het wild
Het wordt al donker als ik een plek vind met uitzicht op een dal en uit het bos. Snel pak ik mijn tent en begin deze op te bouwen. Als snel melden zich meer backpackers die een plekje zoeken. Kamperen in het wild heeft iets spannends. Spannend omdat het eigenlijk niet mag, maar ook spannend omdat je midden in de natuur zit met alle dieren die daarbij horen. Maar het is ook heel puur. Heel basic.
Na wat kletsen met mede backpackers, een hapje eten en een biertje is het tijd om te gaan slapen. Weer ben ik snel vertrokken. Het buitenleven is goed voor je nachtrust. De volgende ochtend word ik wakker van de geluiden van buffels die vlak bij onze tenten aan het grazen zijn. Wakker worden met een opkomende zon en uitzicht op een dal is prachtig. Meteen zit ik vol energie.
Samen lopen
Na een paar kilometer kom ik op de route in contact met een Italiaan. We raken aan de praat en blijken dezelfde kant op te gaan. Hij loopt de Via degli Dei van Bologna naar Florence. Het klikt. In het Engels hebben we gesprekken over van alles en nog wat. Na twee dagen alleen lopen past mij dit wel. Het is gezellig.
Wel is er een verschil in tempo. Ik ben duidelijk sterker de berg op, en mijn looptempo is ook hoger. Aanpassen dus. Op naar Madonna dei Fornelli. De route brengt ons over bergen, singeltracks, open velden en dichte bossen. Na 23 kilometer en 990 hoogtemeters komen we aan op de plek van bestemming. Het is drie uur en tijd voor een biertje. Mijn loopmaatje voor vandaag heeft hier een B&B besproken. Na een uurtje bier drinken besluit ik om door te gaan. Het is nog z’n 15 kilometer terug naar mijn startpunt van maandag. Dat moet te doen zijn.
Iets over vieren in de middag vertrek ik. Dat bier doet goed zijn werk. Ik vlieg over de tracks. Nu kan ik weer mijn eigen tempo lopen en dat is prettig.
Als ik weer terug ben bij Passo della Futa heb ik vandaag in totaal 38,5 kilometer met 1.650 hoogtemeters gemaakt. Die voel je, kan ik je vertellen. Nog snel zet ik voor het donker mijn tent op, ga douchen om op het terras te eindigen en te genieten van een pizza, een fles wijn en de gedachten aan een mooie trip.
Hiking of speed hiking?
Het is wel duidelijk dat sneller wil dan de gemiddelde backpacker. Het zal er mee te maken hebben dat hardlopen, en dan met name trailrunning, een belangrijk onderdeel is van mijn leven. Speed hiking past beter bij me. Meer op snelheid klimmen en dalen en zo meer afstand af kunnen leggen.
Om dit goed te kunnen doen zal ik moeten gaan snijden in hetgeen ik meeneem. De kilo’s moeten teruggebracht worden. Alles in de tas en niets meer aan de buitenzijde. Ergens rond de 9 – 10 kilogram zou, als ik de diverse blogs er op na lees, het ideale gewicht zijn. Huiswerk dus.