Het is vanuit Gauterets Frankrijk dat ik na een lange warme dag in de Pyreneeën op zoek ga naar een plek om mijn tent op te zetten. Ik verlaat de drukte van de stad waar ik net een biertje heb mogen drinken met twee interessante dames. Ook zij verplaatsen zich over de GR10. Waar zij vannacht in een hotelkamer doorbrengen slaap ik in het wild. Daar slaap ik gek genoeg toch het beste.
Idilische plek
Traag beweeg ik voorwaarts. Althans zo voelt het, maar ik stap nog aardig door na een intensieve dag. Op mijn weg naar boven is er bij mij wat twijfel over de markeringen. Als ik op een muurtje GR10 geschilderd zie met een pijl die richting geeft laat ik de twijfel los. De volgende dag zal blijken dat ik weliswaar op de GR10 zit maar op een – korter – alternatief.
Dan kom ik langs een restaurant. Het oogt klein en idyllisch. Ik zie twee stellen buiten zitten op het terras wat uitkijkt over de bergen aan de overzijde van het dal met de stad, waar ik zojuist vandaan kom, in de diepte. “Hier wil ik nog even de avond afsluiten en een drankje doen”, hoor ik mijzelf denken. De plek, het oude pand en de ambiance trekken me. Na zo’n 300 meter vind ik verstopt in de bossen een plekje. Snel zet ik mijn tent op, richt mijn slaapplek in en daal weer af naar het restaurant.
“You come here and drink my wine!”
Binnen is het net een bruine kroeg. Alles is bruin, het staat vol met snuisterijen en het plafond hangt vol met voetbalshirts. Op de tv – die pontificaal tegenover de bar op een tafeltje staat – is een voetbalwedstrijd bezig. Ik wacht geduldig en kijk om me heen. Er is niemand binnen maar ik hoor geluiden uit de keuken. Dan komt een alleraardigste vrouw naar me toe. Ik vraag haar in het Frans of ik een wijntje mag komen drinken en begin dan in het Engels – mijn Frans schiet tekort – tegen haar te babbelen. Ik zie de paniek in haar ogen en ze snelt naar de keuken. Dan komt wie later blijkt haar man te zijn uit de keuken. Klein van stuk, dun krullend donker haar, brede bretels en een witte broek vol vlekken die afgezakt onder zijn te dikke buik hangt. De Franse versie van Youp van ’t Hek dekt de lading. Hij is wel de Engelse taal machtig.
“You come here and drink my wine!” brult hij naar me met een dubbele tong. “And you’re disturbing me while I’m cooking” gaat hij verder terwijl hij me een glas rood inschenkt. Deze flink aangeschoten chef heeft nu al mijn hart gestolen. Wat een mooie authentieke vent. Hij zet een kom met olijven voor me neer, brult wat over de kwaliteit van het Nederlandse voetbalteam en gaat terug de keuken in.
Magisch uitzicht
Buiten zoek ik een plekje. Eentje met vrij uitzicht. Ik plof in de stoel en neem een slok. Genietend van de olijven tuur ik in de verte. Onder in het dal de plek waar ik gezellig een drankje heb gedaan en tegenover me de berg die ik vanmorgen beklommen heb en daarna ben afgedaald. Inmiddels is een deel van deze ‘reus’ ingepakt met wolken. Het topje is nog vrij en lijkt te zweven. Vanuit de keuken hoor ik gezang, het is de chef. Soms wordt dit zingen bruut onderbroken door een brul of schreeuwend commentaar. Dan staat deze zingende Franse chef voor de tv en laat zijn mening over het ophanden zijnde spel luidkeels horen.
Goddelijk genot
Nu ik hier zo zit met dit uitzicht, een fantastisch lekkere wijn en deze ambiance mist er nog iets.
Ik vraag de vrouw des huizes of ik ‘une plato de fromage’ kan krijgen. Even later komt de zingende Franse chef naar buiten. Negen soorten kaas liggen op een groot bord vergezeld van marmelade en een mandje brood. Niet helemaal wat ik bedoelde – wat minder had ook wel gemogen – maar het ziet er heerlijk uit. Goddelijk is een betere bewoording. Wat een smaken, vers en puur. Ik geniet met volle teugen. De chef ziet het, glimlacht en begint te zingen. Een ware serenade waar ik geen woord van versta maar hij heeft schik dus ik en de andere gasten ook. Als hij weer de keuken in gaat richt ik mijn aandacht weer op de kaas en het uitzicht. Mijn gedachten dwalen af, ver af.
Viool strijken
Heel langzaam komen bij mij de klanken van vioolmuziek binnen. Mijn gedachten lijken te gaan zweven. Het duurt even tot ik doorheb dat het van binnen uit het restaurant komt. Als de viool stopt hoor ik applaus en een “Bravo”. De vrouw des huizes heeft voor een van de gasten haar kunsten laten horen.
Als het stel weggaat komt de vrouw al spelend naar buiten. Ik en het andere stel dat er nog zit draaien ons om en luisteren. De zingende Franse chef poogt een aantal danspasjes maar gaat al snel over op dronkenmans gezang. Het is fantastisch om dit stel zo te zien performen.
Als ik als laatste vertrek geef ik ze een knuffel en dank ze voor hun gastvrijheid en om wie ze zijn. Met een glimlach van oor tot oor kijk ik nog even naar het ‘plafond’ van mijn tent. Terugdenkend aan een fantastische avond, luisterend naar de nachtelijke bosgeluiden vallen mijn ogen dicht en vertrek ik naar dromenland.
De zingende Franse chef en zijn vrouw zullen mij nog lang bijblijven.
* Foto’s van het moment zijn er niet. Het was niet het moment om foto’s te maken 😉